1998(b) – Het Dorp Der Mirakelen

Korte inhoud

De smid Pier en de schoenlapper en dichter Zeentje zijn verwoede toneelspelers.
Deze keer heeft Zeentje ‘n stuk geschreven over de problemen in de wijk.
Omdat de kerk een uur gaans van de wijk ligt, willen de bewoners een eigen kerk.
De pastoor vindt dat niet nodig. Hij wil zijn schaapjes in z’n eigen parochie houden.
Pier is het zat en roept de mensen bijeen. Met overtuiging weet hij de rijke boeren zover te brengen dat ze hun aandeel leveren voor de bouw van een eigen kerk. Wanneer de kerk er staat weigert de pastoor deze in te wijden. Zeentje schrijft vele brieven naar de bisschop, maar krijgt geen antwoord.
Ze verzinnen een drama. Pier zal veertien dagen verdwijnen. Hij laat Zeentje een afscheidsbrief schrijven voor z’n vrouw dat hij zelfmoord pleegt omdat de pastoor de kerk niet in wil wijden.
Als er een lijk wordt opgevist uit de Schelde, denkt men dat het Pier is.
Een verwarrende situatie. Nu moet Pier wel terugkomen.
Als geboren acteurs zetten zij een scene in elkaar.
Er zal een mirakel gebeuren.

Rolverdeling:
Pier, de smidWim Lambrechts
Philomene, zijn vrouwDiny Mutzers
Thuur, hun zoonPiet Mertens
Zeentje, schoenlapperJan van Laarhoven
Rozeke, zijn dochterJolanda de Nijs
PastoorMichel van Laarhoven
BisschopJan Grootswagers
Brozie, schooierGerrit Dingemans
Ulle, bedelaarSusette Grootswagers
Hooftie, bedelaresRiek Verploegen
Rappe, bedelaarMarino Ligtvoet
Lambrecht, boerHenk Stubbe
Toten, boerBart Kemmeren
Luske, stommeLieke van Galen
Overigen:
SouffleuseGerda van Kuyk
GrimeWil Maas
Carmen Maas
DecorJan Leemans
Jan Lucassen
Gerard Snoeren